Wat nieuw was voor mij deze les, was het verloop van het speciaal onderwijs. In de powerpoint stond een heel handig schema, waarop precies het verloop van het reguliere en speciaal onderwijs te zien was, wat het duidelijk maakt. Daarbij was ook de cirkel van basisontwikkeling helemaal nieuw voor mij. Deze had ik nog nooit gezien. Door er ook mee te oefenen, kom je er echt mee in aanraking en wordt het duidelijk hoe deze werkt. Wanneer iets uit die cirkel niet voldoende ontwikkeld is bij een kind, kan er in principe ook niet doorgegaan worden naar de volgende cirkel.
Hieronder staat de cirkel van de basisontwikkeling.
Wat ben je van plan met deze nieuwe kennis / inzichten te gaan doen?
Wanneer ik in mijn stage, of straks wanneer je echt voor de klas staat, een kind hebt dat achterloopt op een bepaald gebied, kun je met behulp van de cirkel kijken waar het vastloopt en welke gebieden daardoor beïnvloed worden.
TOEPASSINGSKAART - ONTWIKKELINGSGERICHT ONDERWIJS
1. Uitleg cirkel van basisontwikkeling
In de cirkel van basisontwikkeling zien we 3 verschillende cirkels, welke van elkaar zijn te onderscheiden door de dikke zwarte lijn. We beginnen bij de binnenste cirkel, waarin de basiskenmerken staan. Dit zijn ‘zelfvertrouwen hebben’, ‘emotioneel vrij zijn’ en ‘nieuwsgierig zijn’. Wanneer een leerling zich moeilijk ontwikkelt op één van deze gebieden, is het lastiger om de kenmerken in de andere cirkels te ontwikkelen. Wanneer een leerling deze eerder genoemde gebieden uit de eerste cirkel goed heeft ontwikkeld gaat het als het ware door naar de tweede cirkel. In de tweede cirkel bevinden zich aspecten die betrekking hebben tot de brede ontwikkeling. Deze bestaat uit meerdere ringen, waarbij de eerste ring nodig is om verder te ontwikkelen naar de tweede ring. Zo is het van belang dat je kun communiceren, dat je actief bent en initiatieven neemt en kan uiten en vormgeven om te kunnen samenspelen en de wereld te verkennen. Tot slot hebben we nog de laatste, buitenste, cirkel. Deze heeft betrekking tot de specifieke kennis en vaardigheden. Belangrijk is dat voordat je deze kunt bereiken, eerst de eerste en tweede cirkel goed ontwikkeld moet hebben. Eigenlijk werk je dus van binnen van buiten.
2. Kernactiviteiten:
- Spelactiviteiten
- Spelactiviteiten
In de kleuterklassen zie je dat ze vaak verschillende hoeken hebben waarin de kinderen kunnen spelen. Om een paar voorbeelden te noemen; de poppenhoek, de bouwhoek, de themahoek. Doordat kinderen hier met meerdere tegelijkertijd spelen, leren ze ook samenspelen en leren ze van elkaars taalvaardigheid. Meestal wordt er in deze hoeken een gebeurtenis nagespeeld die de kinderen meegemaakt hebben en ze imiteren vaak de volwassenen op hun eigen manier.
- Constructieve activiteiten
Bij constructieve activiteiten ligt het vast wat er gemaakt gaat worden. We maken bijvoorbeeld allemaal een paddenstoel. Er ligt voor de kinderen vast wat er gemaakt gaat worden en met de gegeven materialen kunnen de kinderen aan de slag. De kinderen zijn bij deze activiteiten dus niet geheel vrij, maar hebben nog wel enigszins eigen inbreng. De werkjes zullen niet allemaal precies hetzelfde worden.
Bij constructieve activiteiten ligt het vast wat er gemaakt gaat worden. We maken bijvoorbeeld allemaal een paddenstoel. Er ligt voor de kinderen vast wat er gemaakt gaat worden en met de gegeven materialen kunnen de kinderen aan de slag. De kinderen zijn bij deze activiteiten dus niet geheel vrij, maar hebben nog wel enigszins eigen inbreng. De werkjes zullen niet allemaal precies hetzelfde worden.
- Gespreksactiviteiten
Leerlingen zijn in gesprek met elkaar, dit kan wel of niet geleid worden door de leerkracht. Meestal heeft dit betrekking tot een bepaald thema. In het geval van kleuters, kan er met hen gepraat worden over de herfst. Wanneer je groep 8 hebt, kun je de leerlingen onderling laten discuseren over een bepaald onderwerp.
- Lees- en schrijfactiviteiten
Hierbij zijn leerlingen bezig met letters en woorden. Zo kunnen er woorden gestempeld of geschreven worden en komen ze in aanraking met het geschreven woord. Voor kinderen die al kunnen lezen en schrijven kun je hierbij denken aan een opstel schrijven.
- Wiskundige activiteiten
Dit zijn activiteiten waarbij leerlingen bezig zijn met rekenen en/of wiskunde. Hierbij kun je denken opdrachten waarbij geschat moet worden, activiteiten waarbij leerlingen uitgedaagd worden tot het gebruik van wiskundige begrippen als meer, minder, evenveel, groter, kleiner enz.
3. Praktijk
B) Bij deze activiteit zou ik bij de kinderen gaan zitten en hen vragen waarom zij bepaalde dingen doen(mondelinge taalvaardigheid) en om het samenwerken nog meer te stimuleren.
B) Zoals te zien op de foto, liggen er figuurtjes klaar voor dit jongetje, die alleen gelijmd en opgeplakt hoeven te worden. Een volgende keer kun je ook papier neerliggen, waaruit hij zelf nog iets moet knippen.
B) Een vervolgvraag bij dit gesprek zou kunnen zijn wie voor de kinderen een superheld is en waarom. Hierbij kun je sturen in de richting van bijvoorbeeld je moeder, je opa. Leerlingen beseffen op dat moment dat niet alleen de film- of tekenfiguren superhelden zijn.
B) Een volgende stap hierbij zou kunnen zijn, dat je leerlingen de letters ook laat benoemen. Wanneer ze de juiste woorden bij het plaatje kunnen plakken en de letters herkennen, gaan we door naar de klank van die letter.
TOEPASSINGSKAART - ONTWIKKELINGSMATERIALENDit zijn activiteiten waarbij leerlingen bezig zijn met rekenen en/of wiskunde. Hierbij kun je denken opdrachten waarbij geschat moet worden, activiteiten waarbij leerlingen uitgedaagd worden tot het gebruik van wiskundige begrippen als meer, minder, evenveel, groter, kleiner enz.
3. Praktijk
Spelactiviteit
A) Op bovenstaande foto zijn 2 jongens te zien, die spelen in de bouwhoek. Ze zijn een huis voor de poppetjes en de auto’s aan het maken.
B) Bij deze activiteit zou ik bij de kinderen gaan zitten en hen vragen waarom zij bepaalde dingen doen(mondelinge taalvaardigheid) en om het samenwerken nog meer te stimuleren.
Constructieve activiteit
A) Op bovenstaande foto is een jongetje bezig met een kroontje versieren. Het kroontje is voorgeknipt door de juf, deze hebben alle leerlingen dus hetzelfde. De kinderen mogen ze wel zelf versieren, dus elke leerling heeft z’n eigen, zelf bedachte kroontje.
B) Zoals te zien op de foto, liggen er figuurtjes klaar voor dit jongetje, die alleen gelijmd en opgeplakt hoeven te worden. Een volgende keer kun je ook papier neerliggen, waaruit hij zelf nog iets moet knippen.
Gespreksactiviteit
A) Op bovenstaande foto zitten alle leerlingen samen met de juffen in de kring. Zoals aan de foto te zien is, hebben ze een gesprek over superhelden. Dit in verband met het thema van de kinderboekenweek. De leerlingen hadden het erover wat een superheld zoal doet. Op de foto doen ze dan ook een superheldenhouding na.
B) Een vervolgvraag bij dit gesprek zou kunnen zijn wie voor de kinderen een superheld is en waarom. Hierbij kun je sturen in de richting van bijvoorbeeld je moeder, je opa. Leerlingen beseffen op dat moment dat niet alleen de film- of tekenfiguren superhelden zijn.
Lees- en schrijfactiviteit
A) Het meisje op bovenstaande foto plakt het juiste woord bij het plaatje. Ernaast liggen de originele platen met de bijbehorende woorden. Door de letters te vergelijken, kan ze deze erbij leggen. Op deze manier leren kinderen de letters te herkennen.
B) Een volgende stap hierbij zou kunnen zijn, dat je leerlingen de letters ook laat benoemen. Wanneer ze de juiste woorden bij het plaatje kunnen plakken en de letters herkennen, gaan we door naar de klank van die letter.
Wiskundige activiteit
A) Het jongetje op bovenstaande foto is bezig met een wiskundige activiteit, namelijk mozaïeken. De blokjes die hij neerlegt, moeten in de vakjes passen. Zoals ook op de foto te zien is, vind hij dit leuk om te doen.
B) Om het bij het mozaïeken te houden, zou ik dit jongetje de volgende keer een kaart geven, waarbij het figuur met mozaïeksteentjes nagemaakt moet worden. (Deze zitten o.a. in Kijk-Doe 1) Ik zou hem dit naast de kaart laten leggen in plaats van erop.
4. Vragen
Hoe zijn de verschillende basale ontwikkelingsbehoeften - de basiskenmerken - in het verslag van Peter beschreven? Geef enkele voorbeelden.
Peter toont weinig emoties, waaruit je kunt concluderen dat hij niet emotioneel vrij is. Hij toont zijn emoties (nog) niet. Ook tijdens kringactiviteiten doet hij wel mee, maar heeft hij zelf weinig inbreng. Wat hij leuk vind om te doen, is het spelen in de bouwhoek. Dit doet hij met plezier en hier ligt dan ook zijn interesse. Later krijgt hij ook interesse in boekjes en luistert hij aandachtig wanneer er wordt voorgelezen. Wanneer we Peter naast de cirkel van de basisontwikkeling bekijken, zien we dat hij nog niet alle basiskenmerken heeft ontwikkeld, waardoor hij zich niet optimaal kan ontwikkelen.
Peter toont weinig emoties, waaruit je kunt concluderen dat hij niet emotioneel vrij is. Hij toont zijn emoties (nog) niet. Ook tijdens kringactiviteiten doet hij wel mee, maar heeft hij zelf weinig inbreng. Wat hij leuk vind om te doen, is het spelen in de bouwhoek. Dit doet hij met plezier en hier ligt dan ook zijn interesse. Later krijgt hij ook interesse in boekjes en luistert hij aandachtig wanneer er wordt voorgelezen. Wanneer we Peter naast de cirkel van de basisontwikkeling bekijken, zien we dat hij nog niet alle basiskenmerken heeft ontwikkeld, waardoor hij zich niet optimaal kan ontwikkelen.
Welke aspecten van de brede ontwikkeling staan in het verslag van Peter (zie cirkel van basisontwikkeling)?
Peter heeft wel contact met klasgenootjes, maar het blijft oppervlakkig. Wel spreekt hij tegenwoordig af en toe een klasgenootje aan. Ook zijn contact met de leerkracht verliep in het begin moeizaam. Hij was heel voorzichtig en durfde niets terug te zeggen, nu doet hij dit wel, maar zal nog steeds niet spontaan aan de leerkracht vertellen wat hij heeft meegemaakt.
Peter is geen zelfstandige jongen. Dit kan ik opmaken uit het feit dat hij afwachten is en weinig initiatieven neemt. Hij zal doen wat er van hem gevraagd wordt, maar daar blijft het ook bij. Bij veel dingen, zoals bij het werken met ontwikkelingsmaterialen, bij een ingewikkelde activiteit en bij praktische opdrachten heeft hij veel ondersteuning van de leerkracht nodig. Ook durft hij zelf geen nieuwe activiteiten of situaties aan. Wanneer hij tekent, verft en plakt, maakt hij figuren met maar weinig details. Hieruit kunnen we concluderen dat zijn creativiteit nog niet voldoende ontwikkeld is.
Nadat we dit naast de cirkel van basisontwikkeling hebben gelegd, kunnen we concluderen dat zijn brede ontwikkeling nog niet volledig ontwikkeld is.
Welke aspecten van de specifieke kennis en vaardigheden (buitenste cirkel) staan in dit verslag beschreven?
Peter spreekt niet zo duidelijk en de zinnen die hij gebruikt zijn ook maar kort. Zijn woordenschat is ook niet zo groot. Qua grove en kleine motoriek zijn er geen belemmeringen voor hem.
Peter spreekt niet zo duidelijk en de zinnen die hij gebruikt zijn ook maar kort. Zijn woordenschat is ook niet zo groot. Qua grove en kleine motoriek zijn er geen belemmeringen voor hem.
Is er in de verslaglegging samenhang waarneembaar? Geef een voorbeeld
Op het moment dat Peter in de klas kwam, was hij een angstig jongetje dat niet veel zei. Na een poosje voelt hij zich beter op z’n gemak bij de juf en durft hij tegen haar te praten. Hij reageert positief en heeft bij bijna alles haar ondersteuning nodig. Het ontbreekt hem aan zelfvertrouwen om zelf iets nieuws te ondernemen. Wanneer de leerkracht hem verschillende succeservaringen zal laten ervaren, zal hij het gevoel krijgen dat hij het wel zelf kan en zijn zelfvertrouwen zal toenemen. Ten aanzien van het begin is zijn contact met klasgenootjes nog niet echt veranderd. Wel spreekt hij ze nu af en toe zelf aan, want hij in het begin helemaal niet deed.
1. Naam van het ontwikkelmateriaalKijk-doe 1
Materiaal kenmerken
Verschillende houten vormen met verschillende kleuren, dikte en grootte.
Materiaalsoort
Materiaalsoort
Houten blokjes, plastic kaarten en plastic mozaïkvormen.
Hanteerbaarheid
Vanwege de grootte goed vast te houden, alleen de mozaïkvormen zijn wat minder goed hanteerbaar.
Aantrekkelijkheid
Aantrekkelijkheid
Kleurrijk en verschillende vormen, dus aantrekkelijk.
Beschrijving materiaal
Beschrijving materiaal
Bij dit materiaal is het de bedoeling dat leerlingen een voorbeeldkaart pakken en deze namaken met de blokjes en figuren die in de doos zitten. Dit kan erop gelegd worden of, om het een stapje moeilijker te maken, ernaast.
Bedoeling materiaal:
Bedoeling materiaal:
- Uiten en vormgeven
- voorstellingen vormen en creativiteit
- zelfstandigheid
- motorische vaardigheden
- schematiseren en symboolvorming
Specifieke doelstelling
- voorstellingen vormen en creativiteit
- zelfstandigheid
- motorische vaardigheden
- schematiseren en symboolvorming
Specifieke doelstelling
Leerlingen leggen met de houten figuren of mozaïkvormen het voorbeeld op de opdrachtenkaart na.
Hoe je dit materiaal kunt gebruiken
Hoe je dit materiaal kunt gebruiken
Je kunt kinderen het figuur na laten maken op de opdrachtenkaart en naast de opdrachtenkaart.
Toelichting bij materiaal nodig
Toelichting bij materiaal nodig
Kinderen kunnen hier zelfstandig mee aan de slag. Ze hoeven alleen een opdrachtkaart te pakken en deze na te leggen.
Zelfcorrigerend materiaal
Zelfcorrigerend materiaal
Wanneer de leerling het figuur namaakt op de kaart is het zelfcorrigerend, omdat het er dan vroeg of laat achterkomt dat het niet uitkomt. Wanneer de leerling het figuur namaakt naast de kaart, is het materiaal niet zelf corrigerend.
Geschikt materiaal voor
Geschikt materiaal voor
Leerlingen gaan hier individueel mee aan de slag, maar kunnen het wel met meerdere tegelijk doen.
Leeftijdsgroep materiaal
Leeftijdsgroep materiaal
Dit materiaal is geschikt voor kinderen vanaf groep 2.
2. Naam van het ontwikkelmateriaal
Systeemrijgen
2. Naam van het ontwikkelmateriaal
Systeemrijgen
Materiaal kenmerken
Dit materiaal bestaat uit kralen, welke verschillende vormen en kleuren hebben.
Dit materiaal bestaat uit kralen, welke verschillende vormen en kleuren hebben.
Materiaalsoort
De kralen zijn van hout, het draad waarop geregen wordt is van touw en de opdrachtenkaarten zijn van plastic. Dit materiaal valt onder constructie-compositiemateriaal.
De kralen zijn van hout, het draad waarop geregen wordt is van touw en de opdrachtenkaarten zijn van plastic. Dit materiaal valt onder constructie-compositiemateriaal.
Hanteerbaarheid
De kralen zijn goed vast te houden. Voor kleuters kan het alleen wel lastig zijn om te rijgen, om het draadje door de kraal te krijgen.
De kralen zijn goed vast te houden. Voor kleuters kan het alleen wel lastig zijn om te rijgen, om het draadje door de kraal te krijgen.
Aantrekkelijkheid
Het materiaal is kleurrijk en heeft verschillende vormen wat het aantrekkelijk maakt voor de kinderen.
Het materiaal is kleurrijk en heeft verschillende vormen wat het aantrekkelijk maakt voor de kinderen.
Beschrijving materiaal
Dit materiaal bevat opdrachtenkaarten waarbij op de ene zijde de kralen met hun vormen en kleuren op staan, op de andere kant staan alleen nog de kralen met hun vormen. Aan de hand van zo’n voorbeeld maken de kinderen met bijzittende kralen en het touw een kralenketting.
Dit materiaal bevat opdrachtenkaarten waarbij op de ene zijde de kralen met hun vormen en kleuren op staan, op de andere kant staan alleen nog de kralen met hun vormen. Aan de hand van zo’n voorbeeld maken de kinderen met bijzittende kralen en het touw een kralenketting.
Bedoeling materiaal
- Voorstellingen vormen en creativiteit
- zelfstandigheid
- motorische ontwikkeling
- waarnemen en ordenen.
- Voorstellingen vormen en creativiteit
- zelfstandigheid
- motorische ontwikkeling
- waarnemen en ordenen.
Specifieke doelstelling
Het stimuleren van de motoriek en de oog-hand coördinatie, met behulp van opdrachtkaarten waarbij kralen met verschillende kleuren, vormen en grootte aan een draad geregen moeten worden.
Het stimuleren van de motoriek en de oog-hand coördinatie, met behulp van opdrachtkaarten waarbij kralen met verschillende kleuren, vormen en grootte aan een draad geregen moeten worden.
Hoe je dit materiaal kunt gebruiken
Je kunt dit materiaal op verschillende manier gebruiken. Zo kunnen de kinderen kralenkettingen maken aan de hand van een voorbeeldkaart, ze kunnen een ketting maken met een bepaalde kleurvolgorde, bijvoorbeeld rood, geel, blauw, rood, geel, blauw etc., een kralenketting met een bepaalde volgorde van vormen, bijvoorbeeld, vierkante kraal, ronde kraal, vierkante kraal, ronde kraal etc., deze opdrachten kun je zelf aanpassen naar niveau van het kind.
Je kunt dit materiaal op verschillende manier gebruiken. Zo kunnen de kinderen kralenkettingen maken aan de hand van een voorbeeldkaart, ze kunnen een ketting maken met een bepaalde kleurvolgorde, bijvoorbeeld rood, geel, blauw, rood, geel, blauw etc., een kralenketting met een bepaalde volgorde van vormen, bijvoorbeeld, vierkante kraal, ronde kraal, vierkante kraal, ronde kraal etc., deze opdrachten kun je zelf aanpassen naar niveau van het kind.
Toelichting bij materiaal nodig
Na een korte eenmalige uitleg van het gebruik, moeten de kinderen er zelfstandig mee aan de slag kunnen.
Na een korte eenmalige uitleg van het gebruik, moeten de kinderen er zelfstandig mee aan de slag kunnen.
Zelfcorrigerend materiaal
Het materiaal is niet zelfcorrigerend. Wel kun je als leerkracht samen met het kind de voorbeeldkaart en het gemaakte met elkaar vergelijken. Komt dit overeen of zie je nog een verschil?
Het materiaal is niet zelfcorrigerend. Wel kun je als leerkracht samen met het kind de voorbeeldkaart en het gemaakte met elkaar vergelijken. Komt dit overeen of zie je nog een verschil?
Geschikt materiaal voor
Leerlingen maken individueel een kralenketting, maar kunnen dit wel met een aantal kinderen tegelijk doen.
Leerlingen maken individueel een kralenketting, maar kunnen dit wel met een aantal kinderen tegelijk doen.
Leeftijdsgroep materiaal
4 tot 6 jaar.
3. Naam van het ontwikkelmateriaal
4 tot 6 jaar.
3. Naam van het ontwikkelmateriaal
Communicatie
Materiaal kenmerken
Dit spel heeft verschillende themakaarten en verschillende kleuren pionnen. Verder zit er ook nog een houten opzetstandaard bij.
Dit spel heeft verschillende themakaarten en verschillende kleuren pionnen. Verder zit er ook nog een houten opzetstandaard bij.
Materiaalsoort
De kaarten en pionnen zijn gemaakt van plastic, het opzetstandaard is gemaakt van hout. Dit materiaal valt onder speel-leermateriaal.
De kaarten en pionnen zijn gemaakt van plastic, het opzetstandaard is gemaakt van hout. Dit materiaal valt onder speel-leermateriaal.
Hanteerbaarheid
De kaart is goed in het standaard te plaatsen en de pionnen zijn goed vast te houden. Dit spel is dus goed hanteerbaar voor de kleuters.
De kaart is goed in het standaard te plaatsen en de pionnen zijn goed vast te houden. Dit spel is dus goed hanteerbaar voor de kleuters.
Aantrekkelijkheid
Door de vrolijk gekleurde themakaarten en pionnen, is dit een aantrekkelijk spel.
Door de vrolijk gekleurde themakaarten en pionnen, is dit een aantrekkelijk spel.
Beschrijving materiaal
Dit materiaal bestaat uit verschillende platen met situaties erop. Op de ene kant van de plaat staat bij elke situatie een kleur, die overeen komt met het pionnetje, op de andere kant staat dit niet. Aan elke kant van de plaat zit een kind, dus één aan de kant met kleurtjes en de ander aan de kant zonder de kleurtjes. Het kind dat aan de kant zit met de kleurtjes beschrijft aan het kind aan de andere kant waar het pionnetje moet, door het plaatje te beschrijven en gebruik te maken van begrippen als, boven, onder, naast. Het andere kind moet dus goed luisteren naar wat er gezegd wordt.
Dit materiaal bestaat uit verschillende platen met situaties erop. Op de ene kant van de plaat staat bij elke situatie een kleur, die overeen komt met het pionnetje, op de andere kant staat dit niet. Aan elke kant van de plaat zit een kind, dus één aan de kant met kleurtjes en de ander aan de kant zonder de kleurtjes. Het kind dat aan de kant zit met de kleurtjes beschrijft aan het kind aan de andere kant waar het pionnetje moet, door het plaatje te beschrijven en gebruik te maken van begrippen als, boven, onder, naast. Het andere kind moet dus goed luisteren naar wat er gezegd wordt.
Bedoeling materiaal
- Communiceren
- Samen spreken en samen werken
- Motorische vaardigheden
- Woorden en begrippen
- Communiceren
- Samen spreken en samen werken
- Motorische vaardigheden
- Woorden en begrippen
Specifieke doelstelling
Doordat leerling 1 goed beschrijft waar de pion moet, weet leerling 2 waar hij deze in moet doen.
Doordat leerling 1 goed beschrijft waar de pion moet, weet leerling 2 waar hij deze in moet doen.
Hoe je dit materiaal kunt gebruiken
Dit spel leent zich er goed voor om een kind met een sterke taalvaardigheid en een kind met een zwakkere taalvaardigheid samen te laten werken. Op deze manier kan het taal zwakkere kind veel leren van het taal sterke kind.
Dit spel leent zich er goed voor om een kind met een sterke taalvaardigheid en een kind met een zwakkere taalvaardigheid samen te laten werken. Op deze manier kan het taal zwakkere kind veel leren van het taal sterke kind.
Toelichting bij materiaal nodig
Bij dit spel is wel een toelichting nodig. Zeker de eerste paar keer, zal het lastig zijn voor de kinderen om een zo precies mogelijke beschrijving te geven. Met hulp en uitleg zal dit al snel beter gaan.
Bij dit spel is wel een toelichting nodig. Zeker de eerste paar keer, zal het lastig zijn voor de kinderen om een zo precies mogelijke beschrijving te geven. Met hulp en uitleg zal dit al snel beter gaan.
Zelfcorrigerend materiaal
Aan het materiaal kun je wel zien of het dopje in het goede gaatje zit door de kleur, maar het corrigeert niet de manier waarop een kind de beschrijving geeft van waar het dopje moet.
Aan het materiaal kun je wel zien of het dopje in het goede gaatje zit door de kleur, maar het corrigeert niet de manier waarop een kind de beschrijving geeft van waar het dopje moet.
Geschikt materiaal voor
Dit materiaal is geschikt voor tweetallen.
Dit materiaal is geschikt voor tweetallen.
Leeftijdsgroep materiaal
Geschikt voor kinderen vanaf groep 2.
Geschikt voor kinderen vanaf groep 2.
4. Naam van het ontwikkelmateriaal
Penta oog-hand coördinatie
Penta oog-hand coördinatie
Materiaal kenmerken
Verschillende platen met verschillende afbeeldingen waarin een schrijfpatroon verwerkt zit.
Verschillende platen met verschillende afbeeldingen waarin een schrijfpatroon verwerkt zit.
Materiaalsoort
Plastic kaarten, waarover je kan schrijven met een bepaalde stift. Dit materiaal valt onder voorbereidend schrijven.
Plastic kaarten, waarover je kan schrijven met een bepaalde stift. Dit materiaal valt onder voorbereidend schrijven.
Hanteerbaarheid
De afbeeldingen waarin het schrijfpatroon verwerkt zit, zijn groot genoeg om op te tekenen / schrijven. Het is dus goed hanteerbaar.
De afbeeldingen waarin het schrijfpatroon verwerkt zit, zijn groot genoeg om op te tekenen / schrijven. Het is dus goed hanteerbaar.
Aantrekkelijkheid
Door de kleurrijke plaatjes en leuke afbeeldingen, is het aantrekkelijk materiaal voor de kinderen.
Door de kleurrijke plaatjes en leuke afbeeldingen, is het aantrekkelijk materiaal voor de kinderen.
Beschrijving materiaal
Op de bijzittende kaarten staan schrijfpatronen die de kinderen volgen en afmaken met hun vinger of met de bijbehorende pen. Wanneer we kijken naar het voorbeeld met het glas en het rietje, kunnen de kinderen bij het eerste plaatje nog over de stippellijn heen, bij het laatste plaatje moeten ze zelfstandig van het beginpunt naar het eindpunt. Het niveau bouwt zich dus op, het wordt steeds een stapje moeilijker.
Op de bijzittende kaarten staan schrijfpatronen die de kinderen volgen en afmaken met hun vinger of met de bijbehorende pen. Wanneer we kijken naar het voorbeeld met het glas en het rietje, kunnen de kinderen bij het eerste plaatje nog over de stippellijn heen, bij het laatste plaatje moeten ze zelfstandig van het beginpunt naar het eindpunt. Het niveau bouwt zich dus op, het wordt steeds een stapje moeilijker.
Bedoeling materiaal
- Zelfstandigheid
- Motorische vaardigheden
- Zelfstandigheid
- Motorische vaardigheden
Specifieke doelstelling
De leerlingen oefen met het voorbereidend schrijven en de fijne motoriek aan de hand van de verschillende patronen op het kaarten.
De leerlingen oefen met het voorbereidend schrijven en de fijne motoriek aan de hand van de verschillende patronen op het kaarten.
Hoe je dit materiaal kunt gebruiken
Dit materiaal kun je gebruiken voor leerlingen die toe zijn aan het schrijven.
Toelichting bij materiaal nodig
Bij dit materiaal zul je de leerlingen de eerste (paar) keer moeten vertellen hoe het werkt, hierna kunnen ze er zelfstandig mee aan de slag.
Bij dit materiaal zul je de leerlingen de eerste (paar) keer moeten vertellen hoe het werkt, hierna kunnen ze er zelfstandig mee aan de slag.
Zelfcorrigerend materiaal
Ja, de leerlingen kunnen aan de aangegeven lijn of puntjes zien of ze het goed gemaakt hebben.
Ja, de leerlingen kunnen aan de aangegeven lijn of puntjes zien of ze het goed gemaakt hebben.
Geschikt materiaal voor
Dit materiaal is geschikt voor individueel gebruik.
Dit materiaal is geschikt voor individueel gebruik.
Leeftijdsgroep materiaal
5 – 6 jaar.
5 – 6 jaar.
5. Naam van het ontwikkelmateriaal
Vouwen
Vouwen
Materiaal kenmerken
Verschillende formaten gekleurd papier.
Verschillende formaten gekleurd papier.
Materiaalsoort
Papier
Papier
Hanteerbaarheid
Het papier is goed hanteerbaar, maar het ligt eraan wat je gaat maken.
Het papier is goed hanteerbaar, maar het ligt eraan wat je gaat maken.
Aantrekkelijkheid
Wanneer je een kleurrijk voorbeeld gebruikt wat nagemaakt kan worden, is het aantrekkelijk voor de kinderen.
Wanneer je een kleurrijk voorbeeld gebruikt wat nagemaakt kan worden, is het aantrekkelijk voor de kinderen.
Beschrijving materiaal
Door middel van vouwen, kun je een heleboel dingen maken met variërende moeilijkheidsgraden. Voor voorbeelden kun je terecht op internet of boeken raadplegen. Een kopietje hiervan kun je aan de leerlingen geven en zo kunnen zij, met behulp van de uitleg, aan de slag.
Door middel van vouwen, kun je een heleboel dingen maken met variërende moeilijkheidsgraden. Voor voorbeelden kun je terecht op internet of boeken raadplegen. Een kopietje hiervan kun je aan de leerlingen geven en zo kunnen zij, met behulp van de uitleg, aan de slag.
Bedoeling materiaal
- Uiten en vormgeven
- Voorstellingen vormen en creativiteit
- Motorische vaardigheden
- Uiten en vormgeven
- Voorstellingen vormen en creativiteit
- Motorische vaardigheden
Specifieke doelstelling
Leerlingen vouwen met behulp van een voorbeeld een figuur van papier.
Leerlingen vouwen met behulp van een voorbeeld een figuur van papier.
Hoe je dit materiaal kunt gebruiken
Met dit materiaal kun je makkelijk aansluiten bij elk thema. Er zijn een hoop dingen die je kunt vouwen met de kinderen.
Met dit materiaal kun je makkelijk aansluiten bij elk thema. Er zijn een hoop dingen die je kunt vouwen met de kinderen.
Toelichting bij materiaal nodig
De leerlingen hebben in ieder geval een voorbeeld nodig van wat er gevouwen gaat worden. Met dit voorbeeld, is er verder geen toelichting meer nodig.
De leerlingen hebben in ieder geval een voorbeeld nodig van wat er gevouwen gaat worden. Met dit voorbeeld, is er verder geen toelichting meer nodig.
Zelfcorrigerend materiaal
Het materiaal is zelfcorrigerend. Wanneer er ergens een foutje is gemaakt, komt het goede figuur er niet meer uit en weet de leerling dat er ergens iets mis is gegaan.
Het materiaal is zelfcorrigerend. Wanneer er ergens een foutje is gemaakt, komt het goede figuur er niet meer uit en weet de leerling dat er ergens iets mis is gegaan.
Geschikt materiaal voor
Dit materiaal is zowel individueel, als in tweetallen, als in groepjes te gebruiken. Je kunt alleen iets vouwen, maar ook met andere een groot figuur waarin iedereen z’n eigen aandeel heeft.
Dit materiaal is zowel individueel, als in tweetallen, als in groepjes te gebruiken. Je kunt alleen iets vouwen, maar ook met andere een groot figuur waarin iedereen z’n eigen aandeel heeft.
Leeftijdsgroep materiaal
Dit is afhankelijk van wat je gaat vouwen, maar het vouwen opzich is al geschikt voor kinderen vanaf groep 1.
Dit is afhankelijk van wat je gaat vouwen, maar het vouwen opzich is al geschikt voor kinderen vanaf groep 1.
6. Naam van het ontwikkelmateriaal
Kleurenwereld
Kleurenwereld
Materiaal kenmerken
Afbeeldingen van verschillende voorwerpen en gekleurde stippen.
Afbeeldingen van verschillende voorwerpen en gekleurde stippen.
Materiaalsoort
Dit materiaal bestaat uit plastic kaarten. Het valt onder speel-leermateriaal.
Dit materiaal bestaat uit plastic kaarten. Het valt onder speel-leermateriaal.
Hanteerbaarheid
Vanwege de grootte van de kaartjes, goed hanteerbaar.
Vanwege de grootte van de kaartjes, goed hanteerbaar.
Aantrekkelijkheid
De plaatjes van de voorwerpen zijn vrij saai, omdat er geen kleur gebruikt is. Daarentegen zijn het wel leuke plaatjes voor de kinderen. Er zijn nog wel gekleurde stippen die het geheel wat vrolijker maakt.
De plaatjes van de voorwerpen zijn vrij saai, omdat er geen kleur gebruikt is. Daarentegen zijn het wel leuke plaatjes voor de kinderen. Er zijn nog wel gekleurde stippen die het geheel wat vrolijker maakt.
Beschrijving materiaal
De kinderen leggen de kleuren onder elkaar aan de linkerkant en de getallen (stippen) naast elkaar bovenaan. De plaatjes leggen zij op de juiste plaats. Bijvoorbeeld een lieveheersbeestje. Welke kleur is deze? Het kind legt hem bij de juiste kleur. Hoeveel stippen heeft deze? Bij 3 stippen legt het kind dit lieveheersbeestje bij de kleur rood onder de kolom van 3.
De kinderen leggen de kleuren onder elkaar aan de linkerkant en de getallen (stippen) naast elkaar bovenaan. De plaatjes leggen zij op de juiste plaats. Bijvoorbeeld een lieveheersbeestje. Welke kleur is deze? Het kind legt hem bij de juiste kleur. Hoeveel stippen heeft deze? Bij 3 stippen legt het kind dit lieveheersbeestje bij de kleur rood onder de kolom van 3.
Bedoeling materiaal
- Waarnemen en ordenen
- Waarnemen en ordenen
Specifieke doelstelling
De leerlingen weten welke kleuren de voorwerpen hebben.
De leerlingen weten welke kleuren de voorwerpen hebben.
Hoe je dit materiaal kunt gebruiken
Bij gebruik van dit materiaal kun je kijken of de leerling de kleur van het voorwerp weet. Wanneer het een voorwerp bij een andere dan de voor de hand liggende kleur heeft gelegd, kun je vragen naar de argumentatie. Zo lijkt het logisch een lieveheersbeestje bij de kleur rood te leggen, maar deze kunnen ook oranje zijn.
Bij gebruik van dit materiaal kun je kijken of de leerling de kleur van het voorwerp weet. Wanneer het een voorwerp bij een andere dan de voor de hand liggende kleur heeft gelegd, kun je vragen naar de argumentatie. Zo lijkt het logisch een lieveheersbeestje bij de kleur rood te leggen, maar deze kunnen ook oranje zijn.
Toelichting bij materiaal nodig
Bij dit materiaal is eerst uitleg van de leerkracht nodig. Wanneer de kinderen het een keer gedaan hebben, kunnen ze het een volgende keer zelf doen, zonder hulp.
Bij dit materiaal is eerst uitleg van de leerkracht nodig. Wanneer de kinderen het een keer gedaan hebben, kunnen ze het een volgende keer zelf doen, zonder hulp.
Zelfcorrigerend materiaal
Dit materiaal is niet zelfcorrigerend. De leerkracht moet hierbij nakijken of het goed neergelegd is, meerdere kleuren kunnen goed zijn.
Dit materiaal is niet zelfcorrigerend. De leerkracht moet hierbij nakijken of het goed neergelegd is, meerdere kleuren kunnen goed zijn.
Geschikt materiaal voor
Dit materiaal is geschikt voor individueel gebruik.
Dit materiaal is geschikt voor individueel gebruik.













Geen opmerkingen:
Een reactie posten